Wat is spraak?

We spreken in zinnen die bestaan uit woorden, lettergrepen en letters. Elke letter heeft zijn eigen klank. Woorden bestaan uit verschillende klanken achter elkaar. Kinderen leren de klanken van hun ouders / opvoeders, door na te doen. Door het verkeerd uitspreken van een letter (of combinaties ervan) krijgen woorden een andere betekenis.

Spraakproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.

Wat zijn spraakproblemen?

Spraakstoornissen kunnen een van verschillende aard zijn:

De spraakontwikkeling noem je vertraagd wanneer een jong kind in zijn spraak duidelijk achterblijft bij leeftijdgenootjes. Het kind spreekt (nog) niet of opvallend minder. Hij spreekt in enkele woorden of korte zinnen en zijn omgeving vindt het lastig om het kind te verstaan en te begrijpen. Soms begrijpt het kind niet goed wat er gezegd wordt.

Soms komt het leren praten niet of moeizaam op gang. Kinderen spreken dan niet of verkeerd. Een mogelijke oorzaak hiervan noemen we een verbale ontwikkelingsdyspraxie. Dit is een spraakstoornis die te maken heeft met de beweging: de mond wil niet op de juiste manier bewegen. Het kind heeft problemen met het programmeren, afstemmen en controleren van de bewegingen die nodig zijn voor het spreken. Ook andere activiteiten van de mond kunnen problemen geven zoals eten, drinken, blazen en zuigen.

Bij nasaliteitsstoornissen is de resonans in de neus niet correct. Er ontsnapt te veel lucht door de neus (zoals bij schisis, ziekte of beroerte) of juist te weinig (bijvoorbeeld bij een te grote neusamandel, een scheef neustussenschot). Hierdoor is het spreken minder goed verstaanbaar. Normaal gesproken worden tijdens het spreken de meeste klanken namelijk door de mond gevormd. Alleen bij de klanken [m], [n] en [ng] wordt deze afsluiting niet gemaakt, zodat deze klanken door de neus klinken.

Bij slissen of lispelen wordt de [s] of andere klanken verkeerd uitgesproken. Dit kan komen door te slappe tongspieren, te weinig beheersing van de tongmotoriek of het verkeerd aanleren van de [s]. De [s] klinkt als het ware onzuiver. In ernstige gevallen wordt het spreken slecht verstaanbaar, wat soms als zeer storend wordt ervaren. Zo’n verkeerde uitspraak van de klank [s] kan tot gevolg hebben dat een kind er in de klas mee geplaagd wordt. Volwassenen kunnen problemen verwachten als zij een spreekberoep kiezen.

Stotteren is een spraakstoornis waarbij het vloeiende verloop van de spraakbeweging gestoord is. Klanken of lettergrepen worden herhaald of verlengd. Soms worden ze er met veel spanning uit geperst. Daarnaast kunnen bij het stotteren begeleidende symptomen voorkomen. Voorbeelden zijn meebewegingen in het gezicht en van lichaamsdelen, verstoring van de adem, transpireren en spanning. Naast deze zichtbare en hoorbare symptomen zijn er ook verborgen symptomen. Vermijden van situaties, bepaalde woorden of klanken omzeilen, gebrek aan zelfvertrouwen en angst om te spreken. Stotteren kan de communicatie ernstig verstoren.

Mensen met oncologische problemen in het hoofd-halsgebied kunnen last hebben van problemen met de articulatie en verstaanbaarheid. Bij een tumor in de mond kunnen problemen ontstaan met spreken. De mate waarin het spreken wordt bemoeilijkt, is afhankelijk van de grootte van de tumor en van de manier waarop deze is behandeld. Na een operatie waarbij een gedeelte van de tong is verwijderd, zal de articulatie onduidelijker zijn en de verstaanbaarheid verminderd. Bestralingen en medicaties kunnen ook zorgen voor een drogere mond, waardoor het spreken lastiger wordt. Bij een hersentumor kunnen de spieren die betrokken zijn bij het spreken uitvalsverschijnselen vertonen.

Dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken de spieren die nodig zijn voor het ademen, de stemgeving en de uitspraak onvoldoende. Oorzaken van dysartrie zijn bijvoorbeeld een beroerte (CVA), een hersentumor, een ongeval, een spierziekte zoals ALS (Amyotrofische Lateraal Sclerose) of een neurologische aandoening (ziekte van Parkinson). Deze aandoeningen komen voornamelijk voor bij volwassenen en ouderen, maar ook bij kinderen en jongeren kan een dysartrie ontstaan. Meer specifieke informatie over logopedie bij de ziekte van Parkinson vindt u op de pagina “de ziekte van Parkinson” bij specialismen.

Bij een verbale apraxie kan het schema voor het programmeren van de spraak niet meer goed worden gebruikt. De spieren werken nog goed maar het aansturen van de spieren geeft problemen. De oorzaak van dit probleem is hersenletsel, zoals een beroerte, een trauma door een ongeluk of een hersentumor.

Wat doet de logopedist?

De logopedist onderzoekt de ernst van de spraakstoornis en de invloed daarvan op de verstaanbaarheid.

Met oefeningen van de mondmotoriek worden de spieren in de mond versterkt en men leert de tong op de juiste wijze te gebruiken.

Het resultaat van een logopedische behandeling is afhankelijk van de oorzaak. In sommige gevallen moet eerst medisch of chirurgisch worden ingegrepen, voordat de logopedische behandeling kan beginnen. Ook het succes van de logopedische behandeling is hiervan afhankelijk.

Bij een vertraagde spraakontwikkeling is de behandeling indirect en/of direct. Bij een indirecte therapie legt de logopedist de ouders uit hoe ze het kind tot spreken kunnen stimuleren. Bij de directe logopedische behandeling staat de wisselwerking tussen kind en logopedist centraal. De logopedist verbetert het luistergedrag en de uitspraak. Bij kinderen die nog niet of nauwelijks spreken krijgen de voorwaarden om tot spreken te komen aandacht: het gebruiken van taal voor een bepaald doel, het imiteren van een ander, het oogcontact, het nemen van beurten. Meer specifieke informatie kunt u vinden op de pagina spraak/taalproblemen bij specialismen.

Bij slissen of lispelen wordt geleerd de [s] en de overige klanken goed uit te spreken, daarna wordt de toepassing in lettergrepen, woorden en zinnen geoefend. Tenslotte moet de goede uitspraak gebruikt worden in het gewone spreken.

Bij neusspraak bestaat de behandeling uit oefeningen om de gehemeltespieren te activeren en een energieke uitspraak aan te leren of juist op het beter leren gebruiken van de neusweg.

Bij stotteren zal de logopedist een onderzoek doen naar het stotteren: zijn er problemen op het gebied van de spraakmotoriek, zijn er emotionele factoren, omgevingsfactoren of combinaties daarvan? Nagegaan wordt hoe het stotteren zich heeft ontwikkeld en in welke fase het stotteren is. Hiermee zal rekening worden gehouden bij het samenstellen van het behandelprogramma. Bij kinderen worden de ouders/verzorgers en vaak ook het gezin altijd bij de behandeling betrokken. Soms bestaat de begeleiding uit indirecte therapie, waarbij de omgeving van het kind adviezen krijgt en begeleid wordt in de communicatie met het kind. Het kind kan ook zelf direct behandeld worden, maar niet zonder medewerking van zijn omgeving. Bij jongeren of volwassenen bij wie het stotteren zich al verder ontwikkeld heeft, wordt in samenspraak met de cliënt een plan van aanpak opstellen. Het gaat er dan om de vaardigheden te veranderen of te verbeteren zodat het spreken vloeiender verloopt. Dit kan zijn door bijvoorbeeld de spraakmotoriek te oefenen, maar ook door specifieke spreektechnieken te oefenen of aanpak van de beleving van het stotteren.

Bij oncologische problemen is de behandeling gericht op het weer opnieuw leren spreken met de mogelijkheden die er zijn na operatie en/of bestraling. Indien nodig kan een ondersteunend communicatiehulpmiddel worden ingezet.

De behandeling bij dysarthrie en verbale apraxie is gericht op het verbeteren van de verstaanbaarheid. De patiënt leert optimaal gebruik te maken van zijn mogelijkheden. Vanuit een juiste, symmetrische lichaamshouding worden mondmotoriek (belangrijk bij het eten, drinken en het spreken), de uitspraak, de ademhaling en de stemgeving behandeld. De logopedist geeft adviezen aan de patiënt en de mensen in zijn omgeving. De resultaten van de behandeling zijn mede afhankelijk van de ernst en de aard van de ziekte of aandoening. Meer specifieke informatie kunt u vinden op de pagina neurologische spreekproblemen bij specialismen.

 

© Niets van deze site mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de praktijkhouder.