Wat is het syndroom van Down?
De oorzaak van Downsyndroom is een andersoortige celdeling voor of vlak na de bevruchting. Het gevolg hiervan is een zogeheten trisomie 21. Dit betekent dat er in de lichaamscellen van het kind geen twee maar drie exemplaren van het 21e chromosoom aanwezig zijn.
Kinderen met Downsyndroom ontwikkelen zich trager dan andere kinderen, zowel lichamelijk als verstandelijk. Er is echter een grote variatie in wat ze kunnen bereiken. Niet alleen hun aanleg, maar vooral ook de mogelijkheden die hen geboden worden in hun omgeving spelen daarbij een belangrijke rol.
In onze logopedische praktijk behandelen we regelmatig kinderen en volwassenen met Downsyndroom. Mensen met Downsyndroom hebben vaak eet-, drink- en slikproblemen en communicatieproblemen, dit laatste door een grote achterstand in de spraak-taalontwikkeling. De logopedische behandeling is daardoor vaak langdurig. Er wordt gericht, spelenderwijs en praktisch geoefend, waarbij de ouders actief worden betrokken, en regelmatig worden therapiepauzes ingelast.
Waarom (pré-)logopedie bij Downsyndroom
Vanaf de 2e of 3e levensmaand is begeleiding door een prelogopedist gewenst voor de stimulering van de ontwikkeling van de mondmotoriek en de communicatieve ontwikkeling. Door de slapte (hypotonie) van de mondspieren en de vertraagde ontwikkeling van de mondmotoriek hebben kinderen met het syndroom van Down nogal eens problemen met drinken, kauwen, slikken en articuleren. Ook bij sondevoeding is logopedische begeleiding noodzakelijk i.v.m. de stimulering van het mondgebied en het overgaan op normale voeding. De kinderen kunnen ook vaak last hebben van een verstopte neus, luchtwegproblemen en open mondgedrag.
Daarnaast wordt gewerkt aan de voorwaarden voor communicatie (oogcontact, imitatie, beurtgedrag) en aan begrijpen van taal en aan het leren spreken. Hierbij worden allerlei methodes en ondersteunende middelen gebruikt, waaronder gebaren, foto’s picto’s, klankgebaren en de methhode ‘leren lezen om te leren praten’ (leespraat).
Goed leren eten en drinken
Kinderen met Downsyndroom hebben vaak moeite met drinken en/of eten. Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor moeilijk eet- en drinkgedrag. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de luchtpijp wat slap is, waardoor het moeilijk is te ademen tijdens het drinken. Ook kan de coördinatie van het zuigen, slikken en ademen lastig zijn, vaak door te weinig energie, bijvoorbeeld als gevolg van een hartprobleem. Daarnaast zorgt de bouw en/of de beweeglijkheid van de tong er soms voor dat het zuigen, en later ook het kauwen en het drinken uit een beker, moeilijker is. Kinderen met downsyndroom doen er vaak langer over om goed te leren kauwen. Dit wort veroorzaakt door de weinig gevarieerde motoriek van de tong en doordat er bij kinderen met Downsyndroom vaak een gebrek is aan motor persistence. Hierdoor is het voor hen lastig een beweging lang achtereen uit te voeren.
Ook kunnen kinderen met Downsyndroom zintuiglijke prikkels anders ervaren dan wij. Bij sommige kinderen is het gebied rond de mond heel ongevoelig, waardoor ze hun mond nauwelijks gebruiken. Bij andere kinderen is het mondgebied juist overgevoelig, waardoor ze een afweer van voedsel of de speen kunnen hebben. De prelogopedist gaat op zoek naar de beste oplossingen voor het kind.
Communiceren
Alle kinderen willen communiceren, ook als ze wat later de taal tot hun beschikking hebben. Kinderen met het syndroom van Down hebben vaak een grote achterstand in hun spraak- en taalontwikkeling. De logopedist werkt aan de voorwaarden om tot communicatie te komen en aan de communicatie zelf. Hierbij worden vaak ondersteunende hulpmiddelen gebruikt zoals plaatjes, foto’s, pictogrammen en gebaren.
Uiteraard werkt een logopediste ook aan het ontwikkelen, stimuleren en begrijpen van de gesproken taal en aan het leren spreken. Om woorden uit te lokken en de woordenschat te vergroten zijn liedjes een veelgebruikt hulpmiddel. Soms kunnen picto’s en geschreven taal ook helpen bij het leren spreken. De logopediste zal ook werken aan het uitbreiden van de woordenschat, de zinsbouw en de grammaticale ontwikkeling. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de articulatie. Vanwege de bouw van de mond en de tong en een vaak lagere spierspanning, sluit de mond soms niet zo goed en is de uitspraak nogal eens onduidelijk.
© Niets van deze site mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de praktijkhouder.